Interviews

Home » interviews

Het duistere verleden van de BMW-familie
OVT VPRO – 15 mei 2022
De familie Quandt, het miljardairsgeslacht achter het automerk BMW, werd in 2007 in verlegenheid gebracht. In een documentaire werd hun naziverleden van uitbuiting en dwangarbeid onthuld. Iets waar de nieuwe generatie Quandt geen kennis van leek te hebben.

Journalist Marjolijn Uitzinger dook in het duistere verleden van de familie achter BMW en schreef De zwijgende miljardairs. De auteur is te gast.

Speel audio af: https://www.nporadio1.nl/fragmenten/ovt/e1d1e014-b1cc-4744-a241-db43c73d0b6c/2022-05-12-het-duistere-verleden-van-de-bmw-familie

Dwaze verliefdheid kwam BMW-topvrouw duur te staan – De zwijgende miljardairs
Primo TV Gids- – 24 maart 2022

Roelant meets … Marjolijn Uitzinger

Gepost door Roelant de By – Vliegende reporter voor De Perfecte Buren op vrijdag, mei 24, 2019

De longlist voor de Gouden Strop 2019 is bekend. Een van die uitverkoren titels is “Verloren in Berlijn” van Marjolijn Uitzinger. Ondanks dat er op de cover ‘roman’ staat, is het wel degelijk een thriller. Aangezien de auteur al jaren in Berlijn woont, moest ik daar naartoe om haar te ontmoeten. We hebben afgesproken in een hip koffietentje dat via een enorme glazen wand grenst aan de plaatselijke dierentuin. Haar journalistieke roots worden meteen duidelijk als zij het gesprek opent met een vraag aan mij.

Marjolijn: ‘Wat zijn dit allemaal voor stickertjes?’ [wijzend op de post-its die ik overal in haar boek heb gezet]

Roelant: ‘Terwijl ik een boek lees kom ik soms dingen tegen waarvan ik denk: hé, dat is interessant of dat zegt iets over de auteur. En met zo’n sticker kan ik dat gemakkelijk opzoeken om daarop terug te komen. Er staan bijvoorbeeld heel wat verwijzingen in naar jouw journalistieke verleden.’

Marjolijn: [aarzelend] ‘Ja, dat zal wel. Daar ben ik mijzelf niet zo van bewust. Er ligt altijd veel van jezelf in een boek; dat is onvermijdelijk, maar ook niet erg.’

Roelant: ‘Juist goed is dat. Je bent in Amsterdam geboren?’

Marjolijn: ‘Klopt, mijn hele familie komt uit Amsterdam, maar ik ben daar zelf maar kort gebleven. Toen via Alkmaar naar Hilversum getrokken waar ik het grootste deel van mijn jeugd heb gewoond. Daarna Utrecht waar ik de school voor Journalistiek heb gedaan. Vervolgens Den Haag voor de Parlementaire Journalistiek. Daar ben ik op de een of andere manier ingerold via de Volkskrant. Van der Pluijm, de toenmalige hoofdredacteur, had ik een keer ontmoet bij een tv-uitzending waar leerlingen van de school voor Journalistiek aan meededen. Toen mijn eindexamen eraan kwam, heb ik hem een brief geschreven dat ik graag bij de Volkskrant zou komen werken. Toendertijd was het heel anders dan nu; ik mocht langs komen. Bij dat gesprek vroeg hij wat ik zou willen. Ik zag mijzelf wel bij de filmredactie. Maar Bob Bertina zat daar toen op die post; geen vacature. Hij had nog wel iets voor me in Den Haag omdat daar net iemand weg ging. Okay, dan ga ik naar Den Haag. Over politiek had ik toen nog weinig ideeën. Ik was toen 20, 21, een jonge blom. Ik heb daar nooit spijt van gehad. Ik heb ontdekt hoe spannend en bijzonder het is om met de politiek bezig te zijn.’

Roelant: ‘Berlijn is natuurlijk een heel politieke stad. Hadden jullie het vroeger in het gezin ook vaak over politiek?’

Marjolijn: ‘Nee, niet wat ik mij kan herinneren. Maar eind jaren 50 begin jaren 60 gebeurde er ook niet veel. Toen ik naar de school voor Journalistiek ging, in 1966, is dat pas echt begonnen. De samenleving kwam in beweging. Je had Vietnam, democratisering, studenten opstanden, noem maar op.’

Roelant: ‘De koude oorlog was toen al flink bezig.’

Marjolijn: ‘Ja, maar daar hielden de mensen zich niet mee bezig. Dat was zo ver weg. Wat ik me wel herinner was de Hongaarse opstand in 1956. Toen zag ik op de televisie een tank rijden met daarvoor een hoofd dat over de straat rolde. Wat is dit, dacht ik. Dat heb ik altijd onthouden. Mijn ouders hebben de oorlog meegemaakt, hè. Die hadden niet zoveel zin om zich daar verder mee bezig te houden. Althans bij hun werkte dat zo. Ik denk dat dat voor de meeste Nederlanders gold zo na de oorlog: zorgen dat je zelf met je gezin het een beetje op orde had. Mijn politieke bewustwording kwam pas bij mijn studie en helemaal bij mijn werk in Den Haag. Even daarna kreeg je het kabinet Den Uyl. Dan praten we over de mooiste politieke periode van na de oorlog die Nederland heeft meegemaakt.’

Roelant: ‘Hè, waarom? Kun je me dat uitleggen?’

Marjolijn: ‘Ja, omdat daar toch iets nieuws gebeurde. Het waren allemaal bijzondere mensen die in dat kabinet zaten. Den Uyl zelf was een heel charismatische figuur. Ik was dol op hem. Heel veel met hem te maken gehad. Ik kwam ook bij hem thuis over de vloer. Den Uyl was heel open
en benaderbaar. Hij wilde ook graag weten wat de andere mensen vonden, en wat jonge mensen dachten. Gewoon een heel leuke man. De afstand tussen de politici en journalisten werd heel klein. Bij de kabinetten daarvoor was dat anders. Bij Den Uyl kwam er een politieke en culturele omslag.’

Roelant: ‘Ik herinner me zijn slogan: Elke arbeider zijn eigen auto.’

Marjolijn: ‘Ja, daar hadden wij ook discussies over. Maar hij zei: de auto maakt de mens vrij.’

Roelant: [lachend] ‘Klopt wel, maar we krijgen wel problemen met al die auto’s nu.’

Marjolijn: ‘Dat had hij niet kunnen voorzien. Tja, achteraf. Er zijn natuurlijk wel meer dingen niet goed gegaan. Wijsheid achteraf is geen wijsheid. Den Uyl was echter nooit uit op eigen gewin. Een zeer sobere man; hield niet van lekker eten of dikke auto’s voor zichzelf, nee, niks. Hij ondervond veel tegenstand, ook in de pers. Met name de Telegraaf was erg naar in die tijd. Die schreven dat Den Uyl een huis in België had; was niks van waar, dat was iemand anders met dezelfde naam. Of toen Pronk [uit het kabinet Den Uyl, ook PVDA] een vluchtelingenkamp in Somalië had bezocht en daar bij een persconferentie zeer geëmotioneerd verslag van deed, stond er in de Telegraaf de kop: Pronk Huilebalk.’

Roelant: ‘Dat zouden ze nu niet meer doen’

Marjolijn: ‘Nee, gelukkig niet, maar in die tijd was het een nare krant. Na vijf jaar bij de Volkskrant gewerkt te hebben, stapte ik over naar het Vrije Volk.’

Roelant: ‘Die krant bestaat niet meer.’

Marjolijn: ‘Nee, jammer genoeg niet. Was wel een heel fijne werkgever; goede sfeer. Bij de Volkskrant was het af en toe gluiperig Katholiek, als ik zo vrij mag zijn. [Roelant schrikt]. Bij het Vrije volk was het veel opener. Als er iets was, werd dat uitgesproken. Bij mijn afscheid van de Volkskrant heb ik dan ook gezegd dat je deze krant beter kunt lezen dan erbij werken. Na mijn werk bij het Vrije Volk ben ik woordvoerder geworden bij het Ministerie van Volkshuisvesting. Was leuk om de politiek nu van de andere kant te bekijken. Een voordeel was ook dat het “gewoon” een van negen tot zes baan was. Als parlementair journalist ben je dag en nacht in touw, zeven dagen per week. Geen sociaal leven; alleen daar op het werk. Bij kabinetsformaties zat je vaak uren te wachten. Die baan bij het Ministerie was heerlijk. Daarna ben ik weer de journalistiek ingegaan, nu als freelancer. Maar ik heb geweldige contacten aan die tijd overgehouden. Directe lijntjes in de bestuurlijkeereld, mensen die ik meteen kon bellen om te vragen: hoe zit dit? In die freelancetijd ook voor televisie gewerkt (Haagse Bluf), en voor de radio (de Rooie Haan) samen met Paul Witteman en Felix Meurders. Beide voor de VARA. Daarna overgestapt naar de AVRO. Daar deed ik bijna alles op radio 1. En voor de NOS nog het Radio-1 journaal en Met het Oog op Morgen gedaan.’

Roelant: ‘Volg je hier in Berlijn de Nederlandse televisie nog een beetje?’

Marjolijn: ‘Ik kan hier alleen BVN ontvangen. Heb je niet zoveel aan. Dat zijn voornamelijk reisprogramma’s en als je in het buitenland woont, heb je daar nu juist niet veel behoefte aan. Ik kijk wel naar De Wereld Draait Door en naar Een Vandaag, maar verder kijk ik naar de Duitse TV. Dat is ook goed. We zijn allemaal vóór integratie en daar moet je zelf ook aan meedoen dan.’

Roelant: ‘Hoe komt het dat je hier in Berlijn bent gaan wonen?

Marjolijn: ‘Vroeger ben ik regelmatig in Berlijn geweest. Maar sinds de val van de muur [1989] nooit meer. In 2002 is mijn man overleden. Een vriendin van me zei: kom mee naar Berlijn, dat schijnt zo leuk te zijn. In mijn herinnering was vooral dat oostelijk deel grauw en grijs. Maar toen we er waren zag ik hoe leuk het er was. En ook hoe goedkoop, met name de huizen. Toen heb ik er in 2004 iets gekocht. Heerlijk om je zinnen even te verzetten. En dan wel in een grote stad (ik heb New York ook nog overwogen), want in je eentje op het platteland zitten als je man net dood is, is geen goed idee. In een stad heb je alles bij de hand, heel veel cultuur. In het begin ging ik er op donderdag heen en zondag weer terug, omdat ik toen nog op maandag en woensdag bij de AVRO werkte. Toen dat ophield, ben ik er permanent gaan wonen. Margriet Brandsma heeft me daarna gevraagd om samen met haar een boek te schrijven over hoe Duitsland en Berlijn ervoor stonden 20 jaar na de val van de muur. Dat heb ik toen gedaan, het heet Na de Muur. Een heel aardig boek, al zeg ik het zelf. Op papier inmiddels uitverkocht, maar Uitgeverij de Geus heeft de rechten gekocht en geeft het als e-boek uit. Toen merkte ik bij mijzelf dat ik dat schrijven wel heel leuk vond. Ik had helemaal de smaak te pakken gekregen. Ik ben begonnen met spannende boeken te schrijven, fictie. Dat vind ik zelf heel leuk om te lezen. Ik hou zelf ook erg van boeken van Philip Kerr.’

Roelant: ‘Ook zich afspelend in Berlijn.’

Marjolijn: ‘Hij schrijft boeken waarvan ik denk: ja, zo moet het. De karakters zijn goed, het is spannend zonder dat het héél eng is. Politieke misdaad, macht, geld. Prachtig gewoon. In mijn boek De Partijgenoten slaat de hoofdpersoon, een politicus, aan het moorden, terwijl je als lezer zou kunnen denken: nou ja, dat is ook een oplossing. Dat vind ik leuk om te schrijven en ook leuk om te lezen. Ik ben er dol op als er een verhaal verteld wordt. In Nederland worden de vertellers niet erg gewaardeerd. Kijk maar naar iemand als Jan de Hartog.’

Roelant: ‘Hollands Glorie, een mooi boek.’

Marjolijn: ‘Dat vind ik ook. Wordt helaas niet meer gelezen.’

Roelant: ‘In je laatste boek, Verloren in Berlijn, beschrijf je dat je hoofdpersoon een hekel heeft aan fietsen en liever gaat lopen. Dan neemt ze een keer de fiets en prompt krijgt ze een ongeluk. Het is me duidelijk dat jij zelf ook een hekel aan fietsen hebt, klopt dat?’

Marjolijn: [lachend] ‘Ja, dat klopt. Maar dat ongeluk had ik nodig om over de gezondheidszorg van de DDR te beginnen. Anders had ze van mij lekker rond mogen blijven fietsen, hahaha. Er zit ook zo’n groot verschil tussen voormalige Oost- en West-Duitsers. De West-Duitsers gingen ervan uit dat de Ossies niets wisten en niets konden. Ze smeerden ze ook allerlei dure verzekeringen aan, waar ze in het oosten nog nooit van gehoord hadden. Allemaal bang gemaakt wat er niet allemaal zou kunnen gebeuren. In zekere zin zijn de Oost-Duitsers wel genaaid.’

Roelant: ‘Je sympathie ligt daar?’

Marjolijn: [aarzelend] ‘Nou, het is wel een andere cultuur dan die van de West-Duitsers. Ze zijn een beetje achterdochtig. Je moest altijd op je hoede zijn. Nog steeds is er een hogere werkeloosheid onder die groep, de lonen liggen lager, de pensioenen liggen lager. Er is wel een mooie infrastructuur opgezet, maar met zoiets alléén krijg je niet een samenleving op poten. De mensen die wat kunnen, trekken weg. Nog steeds. Er zijn gelukkig een paar uitzonderingen: Leipzig, Dresden. Daar was die muur vroeger ook voor, om te voorkomen dat iedereen met een beetje hersens het land uitging. Als journalist ben je altijd uit op het overdragen van informatie. Dat zit in je natuur. Dus schrijf ik romans en thrillers die altijd een verbinding met de Duitse geschiedenis hebben. Over de Stasi, de RAF, de DDR, de Nazi’s. Daar kun je spannende en interessante boeken over schrijven. Je geeft de lezer bijzondere informatie over recente geschiedenis verpakt in een spannend verhaal.’

Roelant: ‘Dat ben ik helemaal met je eens. Verloren in Berlijn is een prachtig boek wat ik met heel veel plezier heb gelezen. Dank je wel, Marjolijn, voor het gezellige interview.

 

Noordhollands Dagblad, Haarlems Dagblad, Gooi – en Eemlander, januari 2019

Gevonden in Berlijn: Marjolijn Uitzinger

Door Redactie OPZIJ – 24 december 2018
Politiek verslaggever en voormalig radio- en televisiepresentator Marjolijn Uitzinger (1947) woont al jaren in Berlijn en is tegenwoordig vooral bekend als succesvol thrillerschrijfster. Haar nieuwste boek Verloren in Berlijn is gebaseerd op de gruwelijke feiten rond gedwongen adopties in de voormalige DDR.

Marjolijn Uitzinger (1947) begon haar journalistieke loopbaan in de jaren zeventig als politiek verslaggever voor de Volkskrant en Het Vrije Volk, en werkte later als radio- en televisiepresentator voor VARA, AVRO en NOS. In 2006 nam ze afscheid als AVRO-radiopresentator voor Radio 1, ze was inmiddels verhuisd naar Berlijn.

Samen met Margriet Brandsma schreef ze het boek Na de Muur (Balans, 2009), over Duitsland sinds de val van de Muur. Uitzinger is een laatbloeier op het gebied van thrillers. Het dynamische Berlijn en de unieke Duitse geschiedenis vormen de inspiratiebron voor haar misdaadromans. Eind oktober verscheen Verloren in Berlijn, inmiddels haar vijfde thriller na Een fatale primeur (2012), Citytrip Berlijn (2013), De huisgenoot (2014) waarvoor ze werd genomineerd voor de Gouden Strop en De partijgenoot (2016), genomineerd voor de Gouden Strop en de Diamanten Kogel.

Lees meer …

Marjolijn Uitzinger: Het moet allemaal kloppen

(Luc Wierts voor hebban.nl, 28. februari 2016)

Met ‘De Partijgenoot’ schrijft Marjolijn Uitzinger haar vierde thriller die speelt in Berlijn, de stad waar ze sinds tien jaar woont. Welke thrillerauteurs zoeken het nog meer over de grenzen?

‘Schrijf over wat je weet’, zegt Stephen King in zijn schrijvershandleiding On Writing. Zo vreemd is het dus niet als je in je boeken schrijft over de omgeving die je kent. Voor Marjolijn Uitzinger is dat al ruim tien jaar Berlijn. De partijgenoot is de haar vierde thriller die speelt in de Duitse hoofdstad. En voor de thrillerschrijfster, die eerder werkzaam was als journaliste voor kranten, radio en televisie, is dat geen decor waar je gemakzuchtig mee om gaat.
Lees meer …

De Scriptor in gesprek met Marjolijn Uitzinger

Marjolijn Uitzinger is een duizendpoot. Ze verdeelde haar journalistieke carrière over radio, televisie en dagbladpers. (…) Enkele jaren geleden besloot ze om fictieauteur te worden de debuteerde met Een fatale primeur, een misdaadverhaal dat in haar thuisstad Berlijn speelt. Ook in de opvolger Citytrip Berlijn neemt ze je mee naar een bruisende metropool die af en toe wordt ingehaald door de schauduw van haar verleden…

Lees meer …

Wij kiezen voor Berlijn

Wunschberliner heten ze, de enthousiastelingen die sinds de val van De Muur, 25 jaar geleden, in groten getale emigreerden naar Berlijn. Zin bezocht vijf Nederlandse 50+’ers die al jaren vol vuur ‘Berliner’ zijn. Marjolijn Uitzinger woont sinds 2004 in Charlottenburg (West-Berlijn): Download PDF
wijkiezenvoorberlijn.

`Het wordt nooit normaal hier´

(Door Rob Savelberg)

`Ogenschijnlijk is hier niet meer veel van het vroegere Oost-Duitsland en het systeem van de gehate Stasi te merken´, oordeelt schrijfster Marjolijn Uitzinger, terwijl ze naar Bahnhof Friedrichstrasse tuurt, dat dik twintig jaar terug de hermetisch gesloten grens tussen Oost en West was. `Maar je hoort nog steeds dat ze voormalige spionnen ontmaskeren. Het wordt nooit helemaal normaal hier.´

Lees meer …

Wat zit er in de pen van Marjolijn Uitzinger?

(Een interview in ‘Plus Magazine’)
‘Mijn derde Berlijnse misdaadroman is klaar, dus het boek is uit de pen, kun je zeggen. De inhoud van een thriller is altijd moeilijk te omschrijven, maar in ieder geval speelt De huisgenoot zich af in de Duitse politiek.
Florian von Bismark staat op de nominatie om minister van justitie te worden. Hij is ambitieus, en toch sociaal: op een ijskoude winteravond neemt hij een dakloze jongen in huis, die zijn chauffeur wordt. Aanvankelijk lijkt niets zijn succes in de weg te staan, maar opeens doemt de ene bedreiging na de andere op. Florian moet tot het uiterste gaan om overeind te blijven. Bereikt hij zijn doel of gaat hij ten onder?
Berlijn, waar ik nu al tien jaar woon, is opnieuw het decor van het verhaal en ook met het politieke milieu ben ik vertrouwd. Misschien heb ik daarom weer met zoveel plezier dit nieuwe boek geschreven; het is eerder een soort verslaving dan discipline. Ik schrijf elke dag vanaf een uur of 9 tot een uur of 2, zonder pauze. Daarna doe ik iets anders, maar het hoofd werkt natuurlijk gewoon door. Vaak lig ik ’s nachts uren wakker. Hoe gaat het verder, wat is geloofwaardig en toch spannend? Soms realiseer ik me met schrik dat een bepaalde verhaallijn helemaal niet klopt, bijvoorbeeld wat het tijdpad betreft. Dat moet anders – maar hoe? – en stort mijn hele thriller-kaartenhuis dan niet in elkaar? Torenhoge stress. Maar gelukkig is de oplossing meestal verrassend snel gevonden, bij daglicht en met koffie onder handbereik.’
(Download Interview-PDF)

Contact

Uitgeverij De Geus
Singel Uitgeverijen
Weteringschans 259
1017 XJ Amsterdam
+31 20 760 7210

info@degeus.nl
www.singeluitgeverijen.nl

Facebook